Bagan periode: 1044 - 1347
Van 1044 tot 1347 markeert de Bagan-periode een van de meest significante tijdperken in de Birmese geschiedenis. Het was de tijd waarin Bagan (ook bekend als Pagan), een van de oude hoofdsteden van Birma, het epicentrum van boeddhistische kunst, cultuur en spiritualiteit werd. Het koninkrijk Bagan, vaak het Eerste Birmese Koninkrijk genoemd, liet een opmerkelijk erfgoed achter, waarvan veel vandaag de dag te zien is in de overgebleven tempels, pagodes en Boeddha beelden die het landschap sieren. Deze periode wordt gekenmerkt door indrukwekkende architectonische prestaties en de onderscheidende stijl van zijn Boeddhabeelden.
Bekijk onze Bagan Boeddhabeelden
Kenmerken van Bagan Boeddhabeelden
Boeddha beelden uit de Bagan-periode zijn gemakkelijk herkenbaar vanwege hun unieke kenmerken die artistiek meesterschap en diepe spirituele betekenis weerspiegelen. Deze beelden staan als getuigen van de toewijding van het Birmese volk en hun verfijnde vakmanschap. Hier zijn enkele van de bepalende kenmerken:
- Gezichtskenmerken: Bagan Boeddha beelden staan bekend om hun ronde gezichten, een onderscheidend kenmerk dat hen onderscheidt van Boeddha beelden uit andere periodes. De uitdrukkingen op deze gezichten zijn vaak ernstig en streng, wat de zachtheid of warmte mist die in andere stijlen te zien is. Deze ernst wordt beschouwd als een reflectie van de diepe concentratie en meditatie van de Boeddha, die de discipline en focus van de spirituele reis belichaamt.
- Lichaamsstructuur: De Boeddha beelden uit de Bagan-periode tonen vaak een sterk, gespierd lichaam. Deze robuuste weergave vertegenwoordigt de kracht en veerkracht van de leerstellingen van de Boeddha en de fysieke en mentale uithoudingsvermogen die nodig zijn voor spirituele verlichting.
- De Ushnisha en Urna: Een ander prominent kenmerk in Bagan Boeddha beelden is de ushnisha, de haarknot of halve cirkel op het hoofd van de Boeddha, dat wijsheid en spirituele verlichting symboliseert. In veel beelden uit deze periode heeft de ushnisha een halve cirkel of driehoekige vorm. De urna, een teken op het voorhoofd dat spiritueel inzicht symboliseert, is vaak kort bij Bagan beelden, wat bijdraagt aan de onderscheidendheid van deze afbeeldingen.
- Kleding: De kleding van Bagan Boeddha beelden varieert afhankelijk van de houding van de figuur. De Boeddha wordt vaak afgebeeld in zittende Boeddha beelden, met een Sanghati (monnikspij) die over de linker schouder is gedrapeerd. De Sanghati wordt over beide schouders gedragen voor staande Boeddha beelden, wat zijn spirituele autoriteit en aanwezigheid symboliseert. Deze variatie in kleding benadrukt de aandacht voor detail en symboliek in de kunst van Bagan.
- Gebruikte materialen: Boeddha beelden uit de Bagan-periode werden vervaardigd uit verschillende materialen, waaronder brons, ijzer, zandsteen en hout. Veel van de grotere Boeddha afbeeldingen werden echter gemaakt van bakstenen en gips, vooral die in de pagodes. Deze materialen werden vaak versierd met bladgoud, wat een schitterend en stralend uiterlijk creëerde dat de goddelijke natuur van de Boeddha benadrukte.
Bagan Boeddhabeelden: Materialen en Vakmanschap
De artistieke technieken en materialen die tijdens de Bagan-periode werden gebruikt, waren opmerkelijk voor hun tijd. Veel beelden werden zorgvuldig uit brons gesneden, een populair materiaal voor het creëren van duurzame en complexe figuren. Het gebruik van brons, ijzer en andere metalen stelde ambachtslieden in staat om beelden met ingewikkelde details en duurzame afwerkingen te maken.
Hout werd ook veelvuldig gebruikt tijdens de Bagan-periode, met name voor kleinere Boeddha-beelden. De natuurlijke schoonheid van het hout voegde warmte en textuur toe aan deze beelden, vaak gecombineerd met bladgoud om hun spirituele en esthetische waarde te verhogen. Naast brons en hout was zandsteen een ander veelvoorkomend materiaal. Deze duurzame steen creëerde grote, imposante beelden, vooral die in tempels en pagoden.
Bakstenen en pleister waren echter de meest voorkomende materialen voor grotere Boeddha-beelden in deze periode. Deze werden vaak gebruikt bij de bouw van tempels, en de beelden werden geïntegreerd in de architectuur, waardoor ze een permanent kenmerk van de heilige ruimtes werden. Veel van deze beelden werden later verguld met bladgoud, een praktijk die vandaag de dag nog steeds in Burma voortduurt.
De Betekenis van Bagan als Cultureel en Spiritueel Centrum
De betekenis van Bagan reikt verder dan alleen zijn Boeddha-beelden. Tijdens de Bagan-periode was de stad een bruisend centrum van religie en cultuur, en diende het als het hart van het Pagan Koninkrijk. Op het hoogtepunt van zijn macht was Bagan de thuisbasis van meer dan 10.000 boeddhistische tempels, pagoden, stupa's en kloosters, wat het een van de belangrijkste boeddhistische centra ter wereld maakte. Zelfs vandaag de dag heeft Bagan de grootste concentratie boeddhistische monumenten, met meer dan 2.000 tempels en stupa's die nog steeds staan.
Het aantal tempels en stupa's in Bagan benadrukt de toewijding van het Birmese volk aan het boeddhisme tijdens deze periode. Deze structuren waren niet alleen plaatsen van aanbidding, maar dienden ook als belangrijke pelgrimsoorden. Bagan trok pelgrims uit heel Azië aan, en dat doet het nog steeds. Moderne pelgrims en toeristen bezoeken Bagan om de Boeddha te eren en te genieten van de architectonische en artistieke prestaties van deze periode.
De Impact van Natuurrampen
Hoewel veel van Bagan's tempels en beelden de tand des tijds hebben doorstaan, heeft de stad ook zijn deel van natuurrampen gekend. De aardbeving van 1975 veroorzaakte vooral aanzienlijke schade aan veel van de tempels en stupa's. Restauratie-inspanningen zijn aan de gang, maar de gevolgen van de aardbeving zijn nog steeds zichtbaar in de regio. Ondanks dit blijft Bagan een belangrijk pelgrimsoord voor Boeddhisten en staat het nu op de nominatielijst voor het UNESCO-Werelderfgoed, wat de culturele en historische betekenis ervan verder benadrukt.
Deel deze pagina